Verslag skisafari 2019 naar Canada - met heliskiën


Barbara, Ronald, Joke en Eltje zijn van 29 januari tot 11 februari 2019 op skisafari naar Canada geweest.

Bij ons vertrek op dinsdag 29 januari 2019 was het mooi koud weer. Op Schiphol gaat het in­checken van al onze skibagage vlot. Evenals de security-scan en de douane. De vakantie is begonnen. Of toch niet? Om half 2 moeten we boarden, maar er gebeurt niets. Er is een ver­traging van een uur. Dat wordt al snel 2 uur en daarna 4,5 uur. We krijgen drankjes en snacks. Maar het gaat nog langer duren en we krijgen vouchers om wat te eten. Daarna horen we aan de gate dat de vlucht wegens een technisch probleem is geannuleerd. We krijgen opnieuw vouchers, nu voor een overnachting in het vd Valk-hotel langs de A4 vlakbij Schiphol. Daar gaan we met een shuttlebus naar toe. In een paar minuten zijn we ingecheckt met ieder een tasje toiletspullen en een voucher voor het diner en een ontbijt. We ronden de pre-flight af met een wijntje. Morgen weer een dag.  


De volgende ochtend na het ontbijt vertrekken we met de shuttlebus naar Schiphol. We lopen om één uur naar de gate. Het boarden geeft opnieuw vertraging. De aangepaste boarding­passen worden niet herkend door de scanners. Dus worden ruim 200 passagiers met de hand geboard. Eindelijk, 20 minuten te laat, komt er beweging in het vliegtuig en 10 minuten later vliegen we.

 

Om half 4 plaatselijke tijd landen we in Edmon­ton. We hebben snel al onze bagage. Bij het op­halen van de huurauto schrikken we als we te horen krijgen dat de gereserveerde Full-size Chevy Tahoe geen skirek heeft. Maar in plaats daar­van krijgen we een gratis upgrade naar een nog grotere Chevy Suburban. Een mega-bak. De ski's hoeven dus niet bovenop. Samen met vier kof­fers, drie skischoenentassen en onze hand­baga­ge passen ze gemakkelijk in de auto. Om 5 uur rijden we de korte afstand richting het hotel in Edmonton.

 

Op donderdag vertrekken we na het ontbijt naar Jasper. Na bijna vier uur rijden kunnen we inchecken in de Lobstick Lodge. We krijgen twee kamers naast elkaar met een verbindende tussendeur. Gezellig.  De volgende ochtend is het koud en grijs en het heeft flink gesneeuwd. We ontbijten en moe­ten de dikke laag sneeuw van de auto poetsen.

 

Joke, Eltje en Ronald rijden door een schitte­rend landschap naar het skigebied, Marmot Basin. Het kost enige moeite om een par­keerplaats te vinden, maar uiteindelijk blijkt dat alle parkeerplaatsen langs de piste liggen. We skiën naar de base lodge waar we Rob onze Snow Host ontmoeten. (Een snow host of ski friend is een vrijwilliger die je op jouw skiniveau in 2 uur met het gebied laat kennismaken). Samen met twee vrouwen uit Nieuw Zeeland skiën we in hoog tempo door het gebied. Rob vindt ons goede skiërs.

 

De volgende dag is het -22° bij een windchill van -33°. Het waait dus flink. Er is opnieuw een pak sneeuw gevallen. We maken de auto vrij van sneeuw en rijden naar Marmot Basin. Het is verschrikkelijk koud. We doen één afdaling en moeten ons dan op gaan warmen. Eltje koopt een neopreen masker en handwarmers. Na een hot choco willen we weer gaan skiën, maar door harde wind is de elektriciteit in heel Jasper en het skigebied Marmot Basin uitgevallen. We wachten een tijdje, maar de elektriciteit blijft uitgevallen. We besluiten te stoppen.


Probleem is dat we zonder lift niet makkelijk bij de auto kunnen komen. We lopen langs de weg naar boven en hopen op een lift van een vrien­delijke bestuurder. Die komt na 100 meter lo­pen in de vorm van een shuttle-busje. Die brengt ons vlot naar de auto.

Op de terugweg zien we dat de Icefields Park­way richting Lake Louise dicht is. Dat kan mor­gen dus een probleem worden. In plaats van de geplande 400 km zullen we ruim 860 km moe­ten rijden. Barbara is daarom naar de VVV ge­weest voor informatie over wegen en alterna­tieven voor de Icefields Parkway. Het advies is omrijden via Edmonton en Calgary. Na de bor­rel en het diner pakken we de koffers in.

 

Zondagmorgen is het in Jasper -28° met een windchill van -41°. Dik ingepakt laden we de auto in, checken uit en rijden om kwart over 8 weg richting Edmonton. Het weer is somber en grauw. Bij het verlaten van Jasper steekt een wolf de weg over. De kwaliteit van de weg valt nog mee. We kunnen met een gangetje van 100 km per uur rijden. Het schiet op, maar de afstand is groot en om vijf uur wordt het al snel donker. Het laatste stukje bochtige weg van Invermere naar Panorama leggen we af in het stikkedonker.

Om 7 uur zijn we in Panorama. Het appartement in de Taynton Lodge is heel erg ruim. We sluiten de dag af met het uitzoeken van de ski­spullen die we morgen nodig hebben voor het heliskiën.

Op maandag is het -19° met een windchill van ‑20°. Weinig wind dus. De toppen van de ber­gen worden prachtig verlicht door de eerste zonnestralen. Het belooft een mooie dag te worden. Aan de balie van RK Heliski registreren we ons. Dat betekent veel juridische formulie­ren lezen en handtekeningen zetten. We kiezen een skilengte en leveren een ski­schoen in om de bindingen af te stellen. Daarna krijgen we een prima ontbijt. Er volgt een hele rits instructies over het vastsjorren van de ski's, de werking van de lawinepieper, hoe in een helikopter in en uit te stappen en nog veel meer. Uiteindelijk vertrekken we. Niet met een helikopter maar met een mini-van. We rijden naar een landingsplaats waar een tank brand­stof staat voor de choppers. Vrij snel landt een helikopter. Ronald wordt finaal van de sokken geblazen. We stappen in. De ruimte voor de 11 deelnemers is krap. De gordel omdoen is daarom lastig.


In no-time vertrekken we naar een bergtop in de schitterende omgeving. De ski's worden door de gids uitgeladen en de chopper vertrekt voor een volgende groep. Op onze 11 cm brede ski's met rocker zwieren we de berg af door de maagdelijke sneeuw. Heerlijk trekken we al dansend mooie sporen naast het spoor van de gids. Daarna worden we opnieuw door de chopper, een Bell 212 Coldstream, naar een andere plek gebracht en doen we nog een afdaling. We stoppen op een lunchplek in de open lucht.


De helikopter staat wat verder geparkeerd. De lunch is, evenals de rest, uitstekend verzorgd. Na de lunch worden we door de chopper op een andere plek gedropt en skiën we tussen de bomen naar het eindpunt. Een korte vlucht brengt ons terug naar het busje. We leveren onze piepers in en krijgen een flesje mineraalwater en een uitgebreid snackbuffet. Hoewel we in vergelijking met piste-skiën niet zo veel kilometers hebben geskied, was het een vermoeiende en vooral enerverende dag. Vol met emoties.

Barbara heeft de dag heerlijk op de pistes van Panorama doorgebracht.


De dag erna is het opnieuw prachtig weer. We melden ons om 10 uur aan bij de Snow Friends. We krijgen een hele uitleg over de gevolgen van snow-frost, het bevriezen van lichaams­delen zoals wangen, neus en oren. Daarna gaan we op pad. In hoog tempo skiën we over de pistes van Panorama. Heerlijk intensief. Na een korte stop om in een hut op te warmen, doen we nog een paar afdalingen in het zonnetje. Eltje en Joke gaan 's middags opnieuw met de Snow Friends op pad. Barbara en Ronald zijn die middag elkaars Snow Friend.

 

Op woensdag laden we de spullen weer in en checken uit. Daarna rijden we richting Lake Louise via Golden (lunchen) en Field over de Trans Canada highway 1. We worden vrolijk van het prachtige weer ondanks de lage tempera­tuur van ‑20°.

Onze stemming slaat snel om als we de gevolgen zien van het ernstige trein­ongeluk van maandag 4 februari jl. Op de Kicking Horse Pass tussen Golden en Field is bij de Spiral Tunnels een goederentrein van 112 wagons en 3 locomotieven ontspoord en naar beneden gestort. Een enor­me ravage. Alle drie de machinisten zijn omge­komen. Het ziet er heel dramatisch uit, maar de Nederlandse pers heeft kennelijk besloten er geen aandacht aan te geven.

Om 3 uur zijn we in de Lake Louise Inn. We krijgen een fraai appartement met twee slaap­kamers. We rijden naar het Lake en we stoppen bij de Huskies. Altijd leuk.  We wandelen een stukje over het bevroren meer.


‘s Avonds meldt het Weather Channel opge­wekt dat het in Lake Louise -31° is en bij Edmonton Airport zelfs ‑41,2°. Een record. Voor Lake Louise is het meerjarig gemiddelde rond deze tijd -2°. Daar zitten we dus 29 graden onder. De volgende dag is het -32°. De voorspelling is goed, zon en -14°. Ondanks de kou gaan we dik ingepakt skiën. Om 10 uur starten we met de Snow Friends. We doen veel zwarte pistes met moguls en afdalingen tussen de bomen door (gladed runs). We doen ook nog zwarte afda­lingen in de back bowls en de Grizzly Gully. In de zomer zitten hier Grizzly beren. Tot slot pakken we met hoge snelheid de enorm steile Men’s Downhill, die tegenwoordig de Lyndsey Vonn Way heet. Het gaat lekker en omdat de pistes zijn uitgestorven nemen we de steile piste nogmaals met een bloedgang. Nu wat sneller, maar nog lang niet met 140 km per uur zoals de profs. We schatten onze snel­heid op ca. 100 km per uur, maar omdat de ski-tracker op Ronalds smartphone door de kou onder­koeld is kan dat helaas niet worden  bewezen.


Op vrijdag is het opnieuw heel koud, -20° en er is 2 cm sneeuw gevallen. Joke en Eltje besluiten ondanks de kou te gaan skiën. Rond half 4 ko­men ze terug. Ze hebben ondanks de kou fan­tastisch geskied. Door de kou was een Snow Friend van een andere groep zelfs onderkoeld geraakt. Ook Eltje heeft wat tekenen van bevriezing op wangen en neus. We vragen ons af of we mor­gen nog kunnen skiën. De voorspelling is dat het nog kouder wordt. Op de laatste skidag is het zonnig en -28° met een windchill van -39°. Alleen Joke besluit te gaan skiën met de Ski Friends en ze meldt aan het eind van de ochtend dat zij de kou vindt meevallen en de zon helpt zeker. Maar Eltje en Ronald besluiten toch niet te gaan skiën. De dag eindigt met een heldere hemel, een mooie maansikkel, een temperatuur van -29° en een windchill van -37°.

Op de vertrekdag is het -35° met een windchill van -41°. We ontbijten snel, laden de auto in, checken uit en rijden om half 9 weg. Het is schitterend weer maar zo verschrikkelijk koud. Deze temperaturen hebben we ons hele leven nog nooit meegemaakt. We rijden over highway 1 tussen de prachtige scenery van het Banff National Park en daarna via highway 2, de Queen Elizabeth II highway, richting het Edmonton International Airport. Om half vier hebben we de auto ingeleverd, zijn we ingecheckt, hebben we onze bagage af­gegeven en zijn we door de security en om half 6 vliegen we. Om kwart voor 10 de vol­gende ochtend landen we in Amsterdam en om 12 uur zijn we thuis, 19,5 uur reizen van deur tot deur.

 

Ondanks een paar tegenvallers, zoals het uit­vallen van onze heenvlucht, de extra kilometers door de afgesloten Icefields Parkway en de enorme kou, was het een geslaagde vakantie.

 

Ronald Heemskerk

(verslag en foto’s)